Programma

Godfried Hoogeveen

Godfried Hoogeveen

Symfonieorkest Sempre Animato is erg blij om tijdens de winterconcerten met cellosolist Godfried Hoogeveen de Tsjaikovski’s Rococovariaties uit te voeren. Godfried Hoogeveen was van 1990 tot 2012 eerste solo-cellist van het Koninklijk Concertgebouworkest en daarvoor van het Residentie Orkest. Hij studeerde cum laude af bij Tibor de Machula in Amsterdam en bij de legendarische Gregor Piatigorsky in Amerika. Zijn repertoire omvat meer dan 40 celloconcerten. Hij heeft een indrukwekkende internationale carrière als solist. Hij doceerde 4 jaar aan de UCLA, speelde kamermuziek met zijn leraar en Jascha Heifetz en tijdens kamermuziekfestivals in onder meer Alaska, Hawaii, Colorado en New York met grootheden zoals cellist Mstislav Rostropovitsj.

Ludwig van Beethoven

Ludwig van Beethoven, Ouverture Coriolan

Deze ouverture, geschreven in 1807, is gebaseerd op het verhaal van de legendarische Romeinse veldheer Gaius Marcius, die na verovering van de stad Corioli  op de opstandige Volsken (volk in Midden-Italië) als eretitel de bijnaam Coriolanus kreeg. Terug in Rome kreeg hij een conflict met bestuur en bevolking en werd uit Rome verbannen. Uit wraak sloot Coriolanus zich aan bij de opstandige Volsken en werd hun succesvolste generaal in de strijd tegen de Romeinen.

De ouverture begint wanneer Coriolanus Rome probeert te veroveren: het eerste thema en de uitwerking laten de woede, wraakzucht en standvastigheid van Coriolanus horen. Het tweede thema verklankt de smeekbede van zijn moeder en vrouw om Rome niet te belegeren en de bevolking te sparen. Als standvastig militair geeft Coriolanus zich niet zomaar gewonnen, maar daarvan onder de indruk geeft hij de belegering van Rome op. Hij heeft daarmee zijn doodvonnis getekend, omdat hij zowel de Romeinen als de Volsken heeft verraden. De ouverture eindigt dan ook in doodse stilte. Volgens Romeinse historici is Coriolanus door de Volksen geëxecuteerd.

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski,  Rococovariaties

Wat Tsjaikovski’s welbekende Vioolconcert en zijn Pianococert nr 1 zijn voor violisten en pianisten, zij de Rococovariaties opus 33 voor cellisten. De compositie werd in 1876 geschreven voor en mede door de Duitse cellist Wilhelm Fitzenhagen, die het stuk diverse malen veranderde, tot ongenoegen van Tsjaikovski.

Het is een heerlijk ongecompliceerd stuk met een delicaat thema, gegoten in de vorm van een achttiende-eeuwse melodie, waarin Tsjaikovski’s grote bewondering voor zijn inspirator Mozart doorklinkt, maar desondanks onmiskenbaar van zijn hand is.

Jammer voor ons vormen de Rococovariaties Tsjaikovski’s enige originele compositie voor cello en orkest.

Antonin Dvořák

Antonin Dvořák, Symfonie nr 8

Dvořák componeerde zijn achtste symfonie, deTsjechoslowaakse, tussen september en november 1889 ter gelegenheid van zijn verkiezing tot lid van de Boheemse Academie van Wetenschappen, Literatuur en Kunst. Hij dirigeerde de première op 2 februari 1890 in Praag.

Geïnspireerd op populaire muzikale bronnen, getuigt de symfonie in wezen van een verlichte en kalme sfeer, dezelfde die Dvořák genoot in het dorp Vysoka waar hij de symfonie schreef. Terwijl de componist elementen samenbrengt die op het eerste gezicht onverenigbaar zijn, slaagt hij er uitstekend in om het evenwicht te bewaren. Muzikaal gezien zijn de eigenaardigheden van deze symfonie de toonsoort (G majeur, ongebruikelijk voor een romantische symfonie) en de afwisseling van majeur en mineur, die  Dvořák in veel van zijn composities toepast.